Met haar scherpe columns weet Angela de Jong vaak te prikkelen. Maar haar recente opmerking dat gebruikers van afslankmedicatie “luie losers” zouden zijn, raakte velen diep. Niet alleen patiënten, maar ook artsen reageerden verontwaardigd.
Zoals RTL Nieuws schreef, voelen veel mensen met obesitas zich door zulke uitspraken opnieuw gestigmatiseerd. En dat is begrijpelijk. Want obesitas is geen gebrek aan wilskracht, maar een chronische ziekte waarbij hormonen, genen en stofwisseling een grote rol spelen.
Volgens prof. dr. Liesbeth van Rossum, internist-endocrinoloog aan het Erasmus MC, is obesitas “een ziekte van ontstoken en ontregeld vetweefsel”.
Dat vetweefsel is niet passief: het scheidt hormonen en ontstekingsstoffen af die het hongergevoel en de vetopslag beïnvloeden.
Wie probeert af te vallen, krijgt dus te maken met een lichaam dat tegenwerkt:
Leptine – zorgt normaal voor verzadiging, maar veel mensen met obesitas zijn er resistent voor.
Ghreline – het hongerhormoon dat juist stijgt zodra iemand minder eet.
Insuline – beïnvloedt vetopslag en bloedsuiker, en kan bij ontregeling extra gewichtstoename veroorzaken.
Het lichaam wil koste wat het kost terug naar het oude gewicht. Dat is geen zwakte, maar een biologisch overlevingsmechanisme.
Onderzoek laat zien dat 40 tot 70 procent van iemands gewicht genetisch bepaald is. Sommige mensen hebben een efficiëntere vetopslag of trager metabolisme, anderen reageren sterker op eetprikkels.
In een wereld vol bewerkt voedsel, stress en slaaptekort wordt het bijna onmogelijk om dat genetisch bepaalde evenwicht te behouden.
Het idee dat iedereen “gewoon moet willen” is daarom niet realistisch.
Zoals een geïnterviewde in het RTL-artikel zegt:
“De spuit is even die steun in de rug, maar ik moet zelf blijven trappen.”
Middelen zoals Ozempic, Saxenda en Mounjaro beïnvloeden de honger- en verzadigingshormonen, waardoor mensen minder eetdrang ervaren. Ze bieden ademruimte om een gezondere leefstijl vol te houden — niet om die te vervangen.
Artsen benadrukken dat afvallen met injecties alleen effectief is in combinatie met leefstijlverandering:
gezondere voeding,
regelmatige beweging,
krachttraining en stressbeheersing,
en vaak ook psychologische begeleiding.
De injectie is dus geen shortcut, maar een tijdelijke ondersteuning in een lang proces.
Angela de Jong’s uitspraak raakte ook een bredere maatschappelijke kwestie: moet de samenleving afslankmedicatie vergoeden?
Critici vinden dat medicatie een “makkelijke oplossing” beloont. Voorstanders wijzen juist op de medische noodzaak: obesitas verhoogt het risico op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen — allemaal dure, invaliderende aandoeningen.
De discussie draait niet om gemak, maar om gelijkheid in zorg:
Mensen met een erfelijke of hormonale aanleg mogen niet uitgesloten worden.
Er moet duidelijke medische indicatie zijn.
En leefstijlondersteuning blijft essentieel.
Het is dus geen kwestie van “verdienen” of “vergoeden”, maar van gezondheidszorg versus oordeel.
Obesitas is een complexe aandoening met lichamelijke, genetische én psychologische componenten.
Wie kiest voor behandeling met afslankmedicatie, kiest niet voor de makkelijke weg — maar voor een kans op herstel.
De column van Angela de Jong raakte een gevoelige snaar, juist omdat ze voorbijging aan dat inzicht.
Laten we daarom het gesprek verleggen: van schuld en schaamte naar begrip en begeleiding.
Want echte verandering begint niet bij oordeel, maar bij kennis en compassie.
RTL Nieuws: “Obesitaspatiënten die afslankmedicatie gebruiken zijn geen luie losers” (2025)
https://www.rtl.nl/nieuws/binnenland/artikel/5537150/obesitaspatienten-die-afslankmedicatie-gebruiken-zijn-geen-luie
Erasmus MC – Liesbeth van Rossum, Obesitas als ziekte van vetweefsel (2023)
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Erfelijke factoren bij obesitas (2022)
Diabetesfonds, Wat doet het hongerhormoon ghreline? (2024)
Paardeweide 22
4824 EH Breda
076 – 542 31 54
Kalverstraat 1
4331 LZ Middelburg
0118 – 515 515